Persbericht 2 februari 2025
Het werden er uiteindelijk meer dan tweehonderd: luidende klokken ter nagedachtenis aan de watersnood van 1825, tweehonderd jaar geleden. Zondagavond 2 februari om 20.00 uur lieten maar liefst 210 Friese kerken en klokkenstoelen 18 minuten en 25 seconden van zich horen. Kort daarvoor hadden burgemeesters en wethouders een voorproefje gegeven in de kerk van It Heidenskip, het dorp waar de roemruchte boerderij ‘De Wolvetinte’ in 1825 in de golven verdween.
Zo’n dertig locaties organiseerden tijdens de openingsavond een activiteit in het thema. Zo was er in Sandfirden een – drukbezocht – cultureel programma met poëzie, muziek en zang. En op diverse andere plekken werd de – dit weekend uitgebrachte – documentaire van FryslânDOK bekeken, al dan niet in combinatie met een kleine expositie over de stormvloed. In Sloten werden geïnteresseerden geleid langs plekken die herinneren aan de ramp.
Burgemeesters en dijkgraaf luiden in It Heidenskip
Tijdens de officiële opening in It Heidenskip werd tussen 17.00-18.00 uur eveneens de documentaire van Thom Verheul bekeken. Daarna was het aan dijkgraaf Luzette Kroon en burgemeesters André van de Nadort (Weststellingwerf), Jannewietske de Vries (Súdwest-Fryslân), Klaas Agricola (De Fryske Marren) en Marga Waanders (Waadhoeke) om het herdenkingsjaar officieel te openen door 17 keer de kerkklok te luiden – verwijzend naar de 17 directe Friese slachtoffers van de ramp. Een aantal burgemeesters deed dat om 20.00 uur nog eens in eigen gemeente.
Start cultureel herdenkingsjaar
Het klokluiden is de aftrap van herdenkingsjaar ‘De Vergeten Watersnood van 1825’. Daarin halen Friese musea, verenigingen, kerken en inwoners de ramp uit de vergetelheid door allerlei activiteiten te organiseren: van exposities en lezingen, tot historische wandelingen, audiofietstours en een symposium. Ook wordt er een lesbrief ontwikkeld voor het basisonderwijs. Iedereen kan een initiatief aanmelden op www.1825.frl. De watersnood van 1825 wordt wel ‘vergeten’ genoemd omdat de aandacht in Nederland vaak uitgaat naar de recentere ramp van 1953.