Gaasterland
Nationaal Landschap Zuidwest FryslânElke kilometer een ander landschap
Gaasterland heeft een kleinschalig, half-open landschap. Het zijn vooral de afwisselingen in hoogte, in open en besloten, in land en water, in bos en weide die Gaasterland zijn bijzondere charme geven.
Je vindt hier ook het echte stuwwallenlandschap. De stuwwallen zijn ontstaan in de voorlaatste ijstijd, toen kilometersdikke gletsjers bulten modder en steen voor zich uitduwden. Toen het ijs smolt, bleven de bulten in Gaasterland achter.
Echte kliffen
Op verschillende plaatsen eindigen de stuwwallen abrupt aan het IJsselmeer. Daar vormen ze steile hoogten van keileem, de bekende kliffen. Van west naar oost zijn dat het Rode Klif, het Mirnser Klif en het Oudemirdumer Klif, plekken met prachtige vergezichten.
Het verhaal van Gaasterland
Zo kreeg Fryslân natuurlijke heuvels
Wie denkt dat Fryslân vlak is, komt in Gaasterland bedrogen uit. Het glooit hier door zogenaamde stuwwallen. In tegenstelling tot terpen zijn dit natuurlijke heuvels, ontstaan door ijs uit Scandinavië. Dat ijs is hier – met een snelheid van enkele honderden meters per jaar – naartoe geschoven in de voorlaatste ijstijd. Aan het front van de ijskap lagen dikke ijstongen, die door hun schuivende beweging de ondergrond opstuwden. Toen het ijs smolt, bleven er heuvels achter. Dit alles speelde zich maar liefst 370.000 tot 130.000 jaar geleden af. Het stuwwal- en dekzandlandschap van Gaasterland is daarmee het oudste landschapstype van het Nationaal Landschap.
Niet één, maar twee ijsstromingen
Als je goed kijkt op de hoogtekaart van Gaasterland, dan zie je dat de heuvels van Oudemirdum, Sondel en Harich NO-ZW georiënteerd zijn, en die van Warns en Bakhuizen juist NNW-ZZO. Dit komt doordat er twee aparte ijsstromingen zijn geweest met elk een andere oriëntatie. De oudere NO-ZW oriëntatie is ook mooi te zien aan de keileemrug tussen Joure en Nijemirdum. De jongere ijsstroming vlakte de heuvels van Bakhuizen, Mirns, Oudemirdum, Nijemirdum, Sondel en Wijckel overigens behoorlijk af.
Heuvels werden glooiingen
In de laatste ijstijd is over bijna het hele keileemlandschap een dunne laag dekzand afgezet. De zandverstuivingen bezorgden Gaasterland zijn naam. ‘Gaast’ betekent namelijk zandige heuvel. Toch maakte het dekzand de stuwwallen ook lager. Althans, visueel. Het zand vulde de tussenliggende dalen namelijk gedeeltelijk op. Ook de Oerrijn verrichtte nog enig sloopwerk (erosie) aan de Gaasterlandse heuvels. Maar gelukkig is er genoeg moois behouden gebleven.
De kliffen ontstaan
De tijd bracht ook mooie, nieuwe fenomenen met zich mee. Bijvoorbeeld toen (veel) later de Zuiderzee ontstond; door kustafslag vormden zich de karakteristieke Gaasterlandse kliffen. Bij Oudemirdum ligt een klein deel van het klif nog bloot, waardoor je de keileemlagen kunt zien.
Zwerfkeien en keileem
Onder het enorme ijspakket is van alles meegesleept. Zoals zwerfkeien. Je komt ze nog overal in het Nationaal Landschap tegen, waaronder in Oudemirdum. De keien onder het ijs schuurden over de grond en verpulverden stenen tot heel fijn leem. Samen met de bestaande grondlagen en iets grovere stenen, werd dit leem afgezet; dit noemen we keileem. Het slecht waterdoorlaatbare keileempakket is over bijna heel Noord-Nederland afgezet. Maar vooral in Gaasterland en Joure ligt het dicht onder de oppervlakte.
Van oerbos naar adellijk bos
Notabelen planten bossen aan
Een van de bekendste en oudste bossen van Gaasterland is het Rijsterbos (Rysterbosk). In 1676 maakte Hiob de Wildt, secretaris van de Admiraliteit van Amsterdam, van een heuvelachtige heide een uitgestrekt tuinlandschap met symmetrische lanen en bossen, als deel van zijn landgoed bij Rijs.
Ook andere adellijke families planten bossen aan. Met name voor de productie van eikenschors (eek) voor de leerlooierijen. Rondom de buitenplaatsen worden parkbossen in strakke Franse stijl aangelegd. In 1854 komt het Rijsterbos in handen van de familie van Swinderen. Van Swinderen wordt de grootste particuliere grondbezitter van de regio. De exploitatie van bosgronden begint, en er komen grootschalige eikenhakhoutbossen.
Voor de bosbouw wordt in die tijd vaak gebruik gemaakt van rabatten: langwerpige bolliggende bospercelen, opgeworpen met grond uit diepe ontwateringsgreppels. Op het natte terrein konden zo toch bomen groeien. Want ondanks de hoge ligging was de afwatering in delen van Gaasterland behoorlijk slecht. Dit had alles te maken met de dikke keileemlaag in de bodem. In het Lycklamabos en de aangrenzende Starnumanbossen zijn de rabattenstructuren nog goed herkenbaar.
Bijna eigenhandig ten gronde
Tussen 1905 en 1915 heeft Maatschappij Gaasterland zo’n 800 hectare bos gerooid voor de verkoop van hout. Met name het gebied ten noordwesten van Oudemirdum werd zwaar aangetast. Ook Tussen Bakhuizen en Rijs is veel gekapt. In de jaren ’20 besloot de gemeente bossen aan te kopen om ze te behouden. Een goede zet, met de kennis van nu. Later zouden veel bossen in handen komen van Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en it Fryske Gea. Een deel is nog altijd particulier bezit. Inmiddels hebben de, van oorsprong, productiebossen een natuurlijk karakter. Elke dag genieten er duizenden mensen van.
Wist je dat in Gaasterland nog oude ‘nummerbomen’ te vinden zijn? Deze dienden als markering en zijn daarom nooit gekapt.
Meer verhalen van Gaasterland
Raketten uit het Rijsterbos
In het Rijsterbos kun je heerlijk wandelen en van de rust genieten. Minder vredig was het er in de Tweede Wereldoorlog. In bezoekerscentrum Mar & Klif kom je erachter waarom de Duitsers juist vanuit dit bos V2-raketten afschoten naar Engeland en België.
Een kust met kliffen
Heb je gezwommen of gekitesurft bij het Mirnser Klif? In het bezoekerscentrum ontdek je hoe het komt dat de kust van Friesland daar zo steil is.
Adellijke landhuizen
Heb je die prachtige landhuizen gezien in Gaasterland? De expositie in het bezoekerscentrum vertelt over de rijke families die hier woonden.
Biotopen uit Gaasterland
In de kleine heemtuin bij het bezoekerscentrum zijn verschillende biotopen uit Gaasterland aangelegd. Je ziet er de wilde planten – en soms insecten en andere dieren – die in het gebied voorkomen.
Geschiedenis Paviljoen ’t Mar
In 1913 wordt bij het Mirnser Klif een koepeltje gebouwd. Het zal worden gebruikt door freules die op Huize Rijs wonen. Meer weten?
Meer weten? Bekijk de biografie van het landschap
Het Nationaal Landschap heeft een heuse landschapsbiografie. Een uniek, digitaal document vol historische kaarten, prachtige foto's, video's en toegankelijke teksten. Door eindeloos te kunnen klikken, zoomen, lezen en bekijken leer je van alles over het landschap van toen tot nu. Terug in de buitenlucht kijk je anders naar de omgeving; je kunt nu het landschap lezen.
Ontdek dit landschap
Met een local
Met een route
Bij Mar & Klif
Landschappen in het Nationaal Landschap
Bijzonder van het Nationaal Landschap Zuidwest Fryslân is dat het uit vier heel verschillende typen landschap bestaat. Elk met z’n eigen historische landschapselementen, dorpen en stadjes.
Begin bij het bezoekerscentrum
Begin je ontdekkingsreis door het Nationaal Landschap bij Bezoekerscentrum Mar & Klif. Je loopt er dwars door de fascinerende geschiedenis van het gebied, komt erachter welke dieren er leven en geniet er van de expositie en heemtuin. Kinderen vermaken zich met alle doe-activiteiten.